Kasteel Chotýšany

Het kasteel gebouwd door Arnošt František van Vrtba werd voor het eerst vermeld in 1743. In het midden van de 19e eeuw lieten de Vratislavs van Mitrovice het herbouwen in neogotische stijl, vooral de arcades met spitsbogen. In 1948 werd het in beslag genomen door de Langhamers, nu is het teruggegeven aan hun nakomelingen.

Al in het begin van de 14e eeuw werd in het noordelijke deel van het dorp een nog gedeeltelijk bewaard gebleven gotische vesting gebouwd. De eigenaars woonden er tot de 17e eeuw. Na 1737 liet Arnošt František van Vrtba een nieuw kasteel bouwen in de buurt van de vesting, voor het eerst vermeld in 1743. In 1830 voegde František Josef Vratislav van Mitrovice de noordelijke vleugel toe en in 1857 herbouwden zijn zonen František Josef en Josef František het hele gebouw in neogotische stijl. In 1872 kocht Bedřich Belelgarde het kasteel van de in de schulden gestoken František Josef en een jaar later kocht Mořic Sternhauss het. De laatste eigenaren waren de Langhamers uit Bílina, die het kasteel in 1948 in beslag namen. Het plaatselijke nationale comité vestigde er appartementen in en ook de gemeentelijke bibliotheek was er gehuisvest. Zonder goed onderhoud raakte het gebouw geleidelijk in verval en het is dan ook niet verwonderlijk dat de erfgoedinstellingen het op de lijst van bedreigde monumenten plaatsten. Het kasteel werd toen teruggegeven aan de afstammelingen van Langhamer.

De zuidelijke vleugel heeft een rechthoekige verdieping met een mansardedak en lisenenhoeken. Er waren vier kleinere kamers op de begane grond aan de zijkanten van de entreehal. De zeven opeenvolgende kamers van de noordvleugel waren toegankelijk via een boogvormige gang langs de oostelijke flank. Ten noorden en oosten van het kasteel liggen de overblijfselen van de kasteeltuinen, die nog steeds ruïnes zijn, met de ruïnes van het rechthoekige tuinpaviljoen dat nog steeds tegen de oostelijke muur staat.